Let op, geld lenen kost ook geld.

Rente en kosten bij een investeringskrediet

Rente van een investeringskrediet

Investeringskredieten zijn doorgaans zeer variabel en kunnen worden aangegaan met een brede waaier aan mogelijkheden. Het kan gaan om een investeringskrediet met een variabele rentevoet die jaarlijks (1/1/1) of driejaarlijks (3/3/3) wordt herzien of zelfs vijfjaarlijks (5/5/5).

Daarbij kan een investeringskrediet evengoed starten met een vaste rentevoet. Bijvoorbeeld de eerste 10 jaar een vaste rentevoet, en dan pas voor het eerst herzien worden. Indien de herziening daarna elke 5 jaar zal plaatsvinden, zal met zo’n krediet aanduiden als 10/5/5.

Een investeringskrediet kan eveneens voorkomen met een vaste rentevoet afhankelijk van de looptijd van het krediet.

Andere kosten bij investeringskredieten

Zowel de rente, als de bijkomende kosten (dossierkosten, beheerskosten, reserveringsprovisie, …) zijn fiscaal aftrekbaar en mogen dus geboekt worden als een financiële kost. Een reserveringsprovisie is een bedrag dat je betaald indien het krediet in schijven wordt opgenomen zolang het volledige bedrag niet is opgenomen.

Beheerskosten worden ook aangerekend omdat het krediet deel uitmaakt van één overkoepelende kredietopening waardoor je ook eenvoudig andere kredieten kunt afsluiten.

Andere kosten worden pas aangerekend van zodra er onregelmatigheden optreden of er veranderingen plaatsvinden:
Een verzakingsvergoeding indien het krediet niet volledig wordt opgenomen binnen de afgesproken termijn.

rentevoet investeringskredietEen wijzigingsprovisie en bijkomende dossierkosten kunnen tevens aangerekend worden indien er wijzigingen aan het aflossingsplan plaatsvinden die niet op een tijdstip dat niet op voorhand werd afgesproken.

Nalatigheidsintresten worden pas aangerekend (op het uitstaand kapitaalgedeelte) indien je er niet in slaagt om tijdig de terugbetaling te verrichten. Herberekeningsintresten kunnen ook voorkomen indien je er niet in slaagt om de rente op de afgesproken vervaldag terug te betalen.

Wederbeleggingvergoeding bij vervroegde terugbetaling

Indien (een deel) van het investeringskrediet vroegtijdig wordt terugbetaald, dan zal een wederbeleggingsvergoeding worden aangerekend. Dit is ter compensatie van de inkomsten die de bank misloopt door deze vroegtijdige terugbetaling. Hoeveel bedraagt deze wederbeleggingsvergoeding nu?

Voor investeringskredieten met een initieel leenbedrag dat kleiner ligt dan 1 miljoen euro bedraagt de wederbeleggingsvergoeding 6 maanden rente. Dat wordt berekend op het terugbetaald kapitaal met de rentevoet die van toepassing is op het moment van de vervroegde terugbetaling.

Voor investeringskredieten met een initieel leenbedrag dat hoger ligt dan 1 miljoen zal de bank de wederbeleggingsvergoeding berekenen op actuariële wijze dat wordt vastgelegd in het contract. Het komt er op neer dat de bank in dat geval zal berekenen welk verlies een vervroegde terugbetaling met zich zou meebrengen. Dit wordt berekend op basis van de wet op de financiering van KMO’s van 21 december 2013.

Voor kredieten die niet vallen onder de wet op financiering van KMO’s richt je je beter tot de bank zelf om na te vragen of een vervroegde terugbetaling mogelijk is, en hoeveel deze herbeleggingsvergoeding zal bedragen.